Onlangs was ik - als facilitator - met het Young Executive Program van de Baak in Rabat om over leiderschap te leren in een andere cultuur. Lukt het twaalf succesvolle blanke Nederlandse professionals om uit hun bubbel te stappen en contact te maken?
Dag1
'Waarom zitten we eigenlijk in Rabat en niet in Nederland?' vraagt de jongeman met flitsende zonnebril, terwijl we gezamenlijk uitkijken over een kapot kunstgrasveld in de avondzon. De zeewind is een verademing na het benauwde klaslokaal waar we net een presentatie hebben gehad van de lokale voetbalacademie die de integratie van Afrikaanse immigrantkinderen probeert te stimuleren. Help ons te professionaliseren, was hun vraag. Het leek een mooie leiderschapsvraag, maar de groep liep direct vast in Westerse denkwijzen. 'We don’t need a full wallet' gaf de voorzitter meerdere malen duidelijk aan op de vragen naar geld en fondsenwerving.
'Omdat jullie hier vastlopen in jullie normale aannames. Uit je bubbel Diederik!' reageer ik luchtig - denkend aan een koud biertje. 'Tja…' verzucht de normaal uiterst vrolijke deelnemer met bedrukt gezicht 'Geen idee wat ze van ons willen. Ze lijken wel tevreden.' De voetballertjes blijven - ogenschijnlijk onvermoeibaar - heen en weer rennen tussen twee goals zonder net. 'Wat zou je het liefste doen?' vraag ik en trap de bal terug naar het jongetje zonder linkerschoen maar met Ronaldo shirt. 'Een dag met ze meelopen, maar we hebben maar vier dagen en een druk programma'.
Dag 2
'Wat zou u ons adviseren?' vraagt Peter aan de professor. De directeur van het Nederlands Instituut Marokko staart naar de geprojecteerde afbeelding van koning Mohammed VI met naast hem de Joodse leider Serge Berdugo op de muur. 'Contact is hier heel belangrijk.' reageert de welbespraakte man met een grijns 'Ik moet na jullie in gesprek met de schilder van dit pand. Ze zijn hier veel beter in het spel van contact, respect en onderhandelen dan ik.' Ik moet denken aan de gesprekken met de Marokkaans Nederlandse schilder die met het buitenwerk van mijn huis in Leiden bezig is. Wat een gedoe. Had ik relaxter moeten zijn? 'We zijn hier nog maar drie dagen.' reageert Marieke zoals altijd snel van achter haar laptop, 'Dat is niet mogelijk.'. 'Vraag Mohamed maar om hulp', lacht de man met het grijze haar terwijl hij naar onze gids wijst 'Die weet er meer van.'
Dag 3
'Wat zou u ons aanraden?' vraagt Paula strak in pak. 'Ik heb hier geleerd dat connecties alles zijn.' vertelt ambassadeur Jan – wij mogen Jan zeggen - leunend tegen de deurpost. De groep valt stil bij het teleurstellend bekende antwoord. Ik staar naar mijn bord met gouden rand en een leeuw op de bodem. Ik voel me een beetje een koloniaal en mis het versleten voetbalveld aan zee. Deze oase met villa is schitterend, maar ik voel me als aan de Zuid-As: ook daar weet ik nooit goed hoe ik me moet gedragen. 'Zijn er nog vragen?' nodigt de lange slanke gezant de groep uit. 'We zijn hier nog maar twee dagen. We hebben de tijd niet om echt connecties te leggen,' stelt Willem vast.
Dag 4
'We hebben gebeld met de voorzitter, Mohamed heeft een stagiair geregeld, en Jelle blijkt een netwerk in Rabat te hebben,' vertelt Joris vrolijk in een polo die verwijst naar een voor mij onbekende regatta waarin het getal 22 blijkbaar belangrijk is. Ik kijk rond in de binnentuin van het restaurant tot ik plotseling een hele vieze smaak in mijn mond proef. 'Kunnen jullie ook voor betere koffie zorgen?' vraag ik met een lach, 'Ik drink al drie dagen deze zwarte smurrie en heb weinig succes bij die eigenaar.'
Dag 5
'Onze talenten krijgen de beamer niet aan de praat' zeg ik met licht leedvermaak tegen collega Paula, terwijl ik nippend aan mijn zoete muntthee toekijk hoe de twaalf professionals haastig met kabels proberen het blauwe scherm weg te krijgen. Stipt op tijd komt stichtingsvoorzitter Ahmed met enkele bestuursleden onze werkruimte in het restaurant binnen. 'Voordat jullie met jullie presentatie beginnen. Hebben we een cadeautje,' deelt de grote brede man - met om hem heen een vertegenwoordiging van kleine voetballertjes - mee. De deelnemers proberen - ondanks de mededeling van Ahmed - nog snel een nieuwe laptop aan te sluiten. Plotseling zwaait de deur open en een groep Marokkaanse muzikanten komen luid zingend binnen. Al snel vult de ruimte zich met personeel en andere gasten van het restaurant. Iedereen zingt en danst. De serieuze houding van de deelnemers verandert al snel in gelach, geklap en hard meezingen in een taal die ze niet kennen. Een dame gehuld in niqab wijst naar het jongste meisje met een briljante roze rugzak van een beer. 'My daughter!' roept ze me over alle muziek en gelach toe. We dansen naast elkaar. Ik kan om meerdere redenen mijn tranen maar moeilijk bedwingen en voel een mengeling van trots, vermoeidheid en geluk.
'Volgens mij hebben we wel connectie,' fluistert Peter lachend in mijn oor.
Met grote dank aan het Najim Assahil Assocation for Development voor hun gastvrijheid en deze geweldige ervaring waarin we hebben geleerd en vrienden gemaakt buiten onze normale bubbel.
コメント